In dit
spel is het pompen of verzuipen. Een klein inschatting foutje
en het water staat tot aan je lippen. Je moet met LAND UNTER
letterlijk het hoofd boven water houden en dat is lang niet
makkelijk. Het vreemde is wel, dat voor een land als Nederland
met zijn polders en dijken, het spel uit Duitsland moet komen.
Het spelmechaniek is eenvoudig van opzet. Je moet een kaart
beslist zien te krijgen of in andere gevallen beslist niet!
Maar zo zit iedereen aan tafel en je wilt je beste kaarten
natuurlijk ook niet direct gebruiken. Het draait om een
factor geluk; wat gaat die ander doen? En wat strategie;
wat moet de ander nu doen.
De speelkaarten worden verdeeld in drie groepen. Je hebt:
- reddingsboei kaarten, als je verzuipt is dit je enige
redding;
- LAND UNTER kaarten met daarop een cijfer dat de waterstand
aangeeft;
- biedkaarten, om te kunnen bieden (of onderbieden) op
LAND UNTER kaarten.
In de spelvoorbereiding krijgt iedere speler 12 biedkaarten(3).
Op deze kaarten staan soms symbolen in de vorm van één
hele reddingsboei of een halve. Deze symbolen bepalen het
aantal reddingsboei kaarten(1)
dat je kan inzetten om je voeten droog te houden.
De LAND UNTER kaarten(2)
worden geschut en in het midden van de tafel gelegd. Daarna
worden twee LAND UNTER kaarten omgedraaid waarop geboden
moet worden.
Op LAND UNTER kaarten(2)
staat één groot nummer, de waterstand, met
een waarde van 1 t/m 12. De speler met de hoogste waterstand
in die ronde moet een reddingsboei inzetten. Dus afhankelijk
van je huidige waterstand en de twee waterstanden die op
tafel liggen, moet je een keuze maken hoeveel je wilt bieden(3)
op één of geen van de twee kaarten.
Het bieden gebeurt blind, daartoe kiest iedere speler een
biedkaart(3) en legt deze
blind op tafel. Daarna worden deze kaarten om gedraaid en
bekeken welke speler het hoogste en één na
hoogste bod heeft gedaan. De speler met het hoogste bod
mag als eerste één van de twee LAND UNTER
kaarten kiezen. Veelal is dit de kaart met de laagste waterstand.
De speler met het één na hoogste bod neemt
de overgebleven kaart.
Vervolgens wordt gekeken welke speler in die ronde de hoogste
waterstand heeft en moet dan vervolgens een reddingsboei
inzetten. Heeft deze speler geen reddings boeien meer dan
ligt deze uit het spel.
Het kan dus voorkomen dat de speler met het laagste bod,
ineens met zijn voeten in het water staat omdat zijn waterstand,
verkregen uit een vorige ronde, hoger is dan om de waterstanden
waarop zojuist gespeeld is.
De biedkaarten(3) hebben
een waarde van 1 t/m 60 en komen maar éénmaal
voor. Met de kaart waarde 1 weet je dus zeker dat je geen
kaart hoeft te pakken. Heb je kaart 60 op hand, dan weet
je zeker dat je als eerste een kaart mag pakken. Het probleem
zit 'm in de kaarten die ertussen liggen. Als je zeker wilt
zijn van een LAND UNTER kaart, om daarmee je waterstand
te verlagen, wil je natuurlijk ook weer niet te hoog inzetten.
Dilemma's dus, pompen of verzuipen! En dat maakt het nu
zo een leuk spel. Want het water staat je zo aan de lippen.
Het is opletten geblazen en een beetje geluk.
Ook is het grappig in dit spel, dat je het volgende spel
speelt met de kaarten van je linker buurman. Met de kennis
van de kaarten die je rechterbuurman heeft (jouw oude setje)
en het huidige setje zou je je voordeel kunnen halen. Ware
het niet dat je medespelers het zelfde zullen doen.
Pieter.