We bevinden
ons in hoenderhok Gackelwack en daar
waggelt een troep pluimvee rond.
En waar pluimvee is, zijn ook vossen. De kippen eten hun buiken
rond met het graan dat overal voor het oprapen ligt en de
vossen.... tja die lusten wel een kippenboutje. Maar er is
ook concurrentie, de eenden, fazanten, kippen en kalkoenen
kunnen het graan wel met elkaar delen, en lukt dat een keer
niet, dan vechten ze er om. De vossen echter, dulden geen
andere vossen in de buurt. Zij vallen elkaar meteen aan en
hopen met een vette buit ervan door te gaan. En wie heeft
nu uiteindelijk het meest kunnen eten?
Dat is waar het in dit spelletje om draait. De boerderij
wordt voorgesteld door zes vierkante tegels met een verschillende
kleur rand erom heen. Het graan bestaat uit houten blokjes
en de dieren staan op kaarten afgebeeld. Dat is meteen al
het (degelijke) speelmateriaal. Op ieder van de zes tegels
wordt per ronde willekeurig een houten blokje gelegd. Er
zijn drie kleuren blokjes: groen levert 1 punt op, blauw
2 punten en gele blokjes zijn 3 punten waard aan het eind
van het spel.
De spelers krijgen vijf kaarten in de hand. Op deze kaarten
staan vogels of vossen met een bepaalde waarde. Bovendien
hebben de kaarten de kleuren die overeenkomen met de zes
kleuren van de tegels. Als je een blauwe kaart speelt, dan
ga je voor het blauwe vak. Speel je een rode kaart, dan
voor het rode vak, enz. Iedere speler kiest een kaart uit
die hij wil spelen en legt deze dicht voor zich neer. Als
iedereen dat heeft gedaan, worden de kaarten tegelijkertijd
open gedraaid. Nu wordt vak voor vak afgewerkt. Heb jij
bijvoorbeeld een groene kip gespeeld en verder heeft niemand
een groene kaart gekozen, dan mag jij al het graan hebben
(de houten blokjes) die op het groene vak liggen. Zijn er
meer mensen met vogels voor hetzelfde vak, dan kunnen ze
proberen om het graan zo eerlijk mogelijk te verdelen, of
ze gaan er om vechten. In dat geval gooien die spelers met
een dobbelsteen. De uitkomst wordt bij de waarde van de
kaart opgeteld en de hoogste score krijgt tenslotte alle
blokjes van dat veld. Tot zover gaat alles nog goed. Maar...
de vossen zijn een groot gevaar. Want vossen eten geen graan,
maar lusten wel graag kippen en ander gevogelte. Als er
voor een bepaald vak één of meer vogels zijn
gespeeld en ook een vos, dan vreet de vos de vogels op,
voordat ze ook maar een graantje hebben kunnen opeten. De
blokjes blijven dus liggen op het vak en de vos krijgt als
beloning de kaarten van de opgegeten buit. De waarde op
de gewonnen kaarten tellen aan het eind van het spel (naast
de houten blokjes) als winstpunten. Zijn er echter meerdere
vossen gespeeld voor een vak en er zijn ook vogels aanwezig,
dan gaan de vossen erom vechten. Zij verdelen nooit een
buit. Ook hier wordt gedobbeld en de uitkomst wordt weer
opgeteld bij de waarde van de vossenkaarten. De hoogste
score krijgt alle vogels uit dat vak. Worden er nu vossen
gespeeld in een vak waar geen vogels komen, dan gaan de
vossen, net als de kippen die niet worden opgegeten, naar
de aflegstapel.
Er is nog één type vogel die ook van belang
is: de angsthaas. Deze is zo bang voor de vos, dat hij razendsnel
het kleinste graantje pikt (één groen blokje)
en dan maakt dat hij wegkomt. Al het andere graan laat hij
liggen. Als er een vos is, dan vreet dat angstige beestje
nog net zijn groene graantje, maar wordt daarna verslonden.
Toch is de vos hier niet gelukkig mee, want deze vogels
leveren minpunten op.
Nadat alle vakken zijn afgewerkt, worden de kaarten (behalve
de opgegeten kippen) op een aflegstapel gelegd. Iedere speler
krijgt er een nieuwe kaart bij en op alle vakken wordt er
weer een nieuw blokje gelegd. Als een vak niet is leeg gegeten
de vorige ronde, dan blijven die blokjes liggen en komt
er gewoon een blokje bij. Zo wordt een vak steeds aantrekkelijker,
maar ook gevaarlijker, want de vossen zullen daar ook eerder
jagen.
Het spel gaat door totdat de laatste blokjes zijn neergelegd
op de tegels. Die ronde wordt nog uitgespeeld en dan is
het afgelopen. Iedereen telt nu zijn punten (blokjes + de
waarde van de opgegeten vogels) en degene met de meeste
punten wint.
Het leuke aan dit spelletje is dat het met simpel materiaal
en weinig regels ontzettend veel speelplezier oplevert.
Het is heel hilarisch. Je probeert in te schatten wat een
ander gaat doen en natuurlijk zit je daar dan naast en gaat
je mooie plan niet door. Maar anderen letten ook op jou
en daardoor kan je ze proberen om de tuin te leiden. Soms
ligt een vak zo vol met graan dat iedereen denkt dat er
vast wel iemand naar toe gaat met een fazant of zo, dus
staan er bij het bekendmaken van de kaarten ineens drie
vossen en niet één vogel. Dag vossen... Soms
zit je ook met een aantal vogels te strijden om één
of twee simpele blokjes, terwijl elders veel meer viel te
halen, maar ja... niemand durfde. Kortom: lekker onvoorspelbaar
en daardoor ieder keer weer lol om de uitkomsten.
HICK HACK in Gackelwack is dus
een grappig snel spelletje dat je het beste met minstens
3 of 4 spelers kunt spelen (5 en 6 werkt ook prima). Het
kan in theorie ook wel met 2 spelers, maar dan is het lang
zo leuk niet. Het is het perfecte spelletje als afsluiting
van een leuke spellenavond of zomaar even tussendoor. Verslavend
is het ook, want na het eerste potje wil bijna iedereen
meteen een tweede poging wagen!
"Zullen we even Hickhack-en" klinkt het dan ook
regelmatig bij ons in Kampen. En terecht, want het is een
klein maar fijn toppertje!
NB Het is een Duits spelletje, maar behalve de regels komt
er geen (Duitse) tekst in voor. De vertaling van de regels
kan je downloaden van het internet (www.vlaams-spellenarchief.be).
Het is dus prima te spelen, ook al ben je niet goed in Duits.
Det